Kijkje achter de schermen bij Toezicht Sociaal Domein
Een landelijk onderzoek waarbij mensen met een licht verstandelijke beperking naast inspecteurs nauw betrokken waren? Petra Reulings geeft een kijkje achter de schermen bij Toezicht Sociaal Domein!
Nieuwe werkvormen
Petra Reulings: “Bij Toezicht Sociaal domein kijken we naar alle domeinen. Of eigenlijk, we kijken over de domeinen heen.” Onder Toezicht Sociaal Domein vallen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Inspectie van het Onderwijs, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Inspectie Justitie en Veiligheid. Petra Reulings is coördinerend specialistisch senior inspecteur en projectleider bij het onderzoek naar de toegankelijkheid van voorzieningen en diensten van het sociaal domein voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Reulings: “Dat over de domeinen heen kijken maakt het zo goed, vind ik. Of het nu een schoolverlater is, een verwarde man of een kwetsbaar gezin. We kijken vanuit de burger naar hun omgeving, naar heel hun leven. Een groot voordeel van deze organisatie is dat we vernieuwend werken en niet star dezelfde methoden aanhouden. We worden gestimuleerd om nieuwe en goede werkvormen te vinden.”
Innovatief onderzoek doen
Hoe toegankelijk zijn in gemeenten de voorzieningen en diensten van het sociaal domein voor mensen met een licht verstandelijke beperking? De projectleider kreeg opdracht om hier, op een innovatieve wijze, onderzoek naar te doen. Reulings: “Vaak zie je niet of mensen een licht verstandelijke beperking hebben., We gaan heel erg uit van eigen regie en zelfredzaamheid, maar kunnen ze dat? Worden ze herkend en erkend? We besloten om, samen met de LFB, de mensen het zelf te laten testen. De LFB is een belangenorganisatie door en voor mensen met een verstandelijke beperking.” In totaal werden 5 gemeentes onderzocht: Amsterdam, Goes, Utrecht, Weststellingwerf en Winterswijk. Daar werden ervaringsdeskundigen, de mystery guests, onder begeleiding van een coach en inspecteur ingezet. Vooraf werd het onderzoek met de gemeente en wethouder besproken.
Gemêleerde groep ervaringsdeskundigen
Reulings: “Eerst hebben we samen met ervaringsdeskundigen een toetsingskader gemaakt om te bepalen waaraan een gemeente moet voldoen om te zorgen voor een laagdrempelige toegang. Worden ze met respect behandeld, begrijpen ze de informatie, is de gemeente goed bereikbaar – dat soort vragen. De ervaringsdeskundigen bekeken aan de hand van een aantal hulpvragen de website van een gemeente. Bijvoorbeeld vragen over het vinden van werk en hulp bij schulden. De volgende stap was als mystery guest naar het loket bij hun eigen gemeente gaan. Niet iedereen durft dat of heeft die competenties. En je moet in staat zijn om de resultaten goed terug te koppelen.” Daarom werden de ervaringsdeskundigen en hun coaches eerst getraind. In totaal waren er 16 mystery guests. Reulings: “Een heel gemêleerde groep. Van iemand van 21 jaar die in het groen werkt en iemand met down tot een man van begin 70.”
Eye-opener voor medewerkers
Reulings: “Daarna hebben we 2 bijeenkomsten georganiseerd voor de gemeentes. Alle betrokkenen werden uitgenodigd: eerst de medewerkers en daarna de managers. Bij de bijeenkomst met medewerkers waren ook ervaringsdeskundigen. Samen werden tips besproken. Wat kan beter? Verder werd benoemd wat wel al heel goed gaat. Het bleek een eye-opener te zijn voor de medewerkers. Tijdens de bijeenkomsten schreven ze eigenlijk hun eigen aanbevelingen op basis van de ervaringen van de ervaringsdeskundigen.” Extra bijzonder is dat de rapporten voor elke gemeente, die gedragsverandering binnen de organisatie stimuleren, in een makkelijke taal zijn geschreven. Reulings: “Practise what you preach. Mensen met een verstandelijke beperking moeten het ook kunnen lezen.” Naast deze lokale rapporten komt er in oktober ook een artikel over de resultaten en een website als handreiking voor gemeentes. Op deze website komen de criteria te staan en tips hoe ze hieraan kunnen voldoen.
Breed inzetbare methode voor inspecties
De Vrije Universiteit (VUmc) in Amsterdam onderzoekt het project. Op basis van haar bevindingen wordt bepaald of het ook een succesvolle methode is voor andere inspecties. Reulings: “In april heeft inspecteur-generaal Ronnie van Diemen het rapport in Goes aangeboden. Ze is heel enthousiast en wil de methode graag breder inzetten.” De projectleider kijkt terug op een geslaagd project. Reulings: “Het was heel leuk op een compleet andere manier. Als wij als inspecteur alleen naar de gemeentes waren geweest, hadden we waarschijnlijk veel over het hoofd gezien. Bijvoorbeeld of er goed wordt doorgevraagd en of het persoonlijke contact naar wens is. Wij kunnen niet in de schoenen stappen van mensen met een licht verstandelijke beperking. Daarvoor hadden we ze echt zelf nodig. Ze hebben in elke fase van het onderzoek meegewerkt. Natuurlijk was het spannend of het project zou lukken, maar ik zou er zonder twijfel zo weer in stappen.”