Brief aan de informateur
De Inspectieraad heeft een brief aan informateur mr. Herman Tjeenk Willink gestuurd. Hierin schetst de Inspectieraad wat de rijksinspecties kunnen bijdragen aan het vergroten van het publieke vertrouwen in het functioneren van de overheid. En wat er voor nodig is om die rol ook echt te kunnen waarmaken: een sterkere juridische basis onder hun onafhankelijke positie in de vorm van een Wet op de rijksinspecties, en zeggenschap over de voor de inspecties beschikbare budgetten.
Bijdragen aan vertrouwen
Rijksinspecties kunnen bijdragen aan vertrouwen. Door naleving van wetten te bevorderen, door signalen af te geven over bijvoorbeeld de kwaliteit van de uitvoering van overheidstaken en door als tegenkracht de vinger op de zere plek te leggen. Daarbij willen de inspecties, nog sterker dan voorheen, het perspectief van de burger centraal stellen.
Juridische verankering
Om deze bijdrage te kunnen leveren mag er in de samenleving geen twijfel zijn over de rolvastheid van de inspecties. Nu is er bij het publiek soms de perceptie dat inspecties zich laten beïnvloeden door wat politiek ‘het beste uitkomt’. Dit kan worden voorkomen door rollen duidelijker te benoemen en juridisch te verankeren. Door te kiezen voor een Wet op de rijksinspecties kan het kabinet aan de maatschappij laten zien dat het echt oog heeft voor het belang van onafhankelijke inspecties en voor het belang van hun signalerende rol in het overheidsbeleid.
Middelen en prioriteiten
Daarnaast is het belangrijk dat taken en middelen in balans zijn en dat de rijksinspecties zelf hun toezichtprioriteiten bepalen. Want ook dat bevordert de geloofwaardigheid van het onpartijdig optreden van de inspecties.
Ministeriële verantwoordelijkheid
De Inspectieraad geeft in zijn brief expliciet aan dat de rijksinspecties onderdeel willen blijven van de ministeries. De inspanningen en resultaten van het toezicht blijven daardoor direct onder ministeriële verantwoordelijkheid vallen. De inspecteurs-generaal verwachten op die manier meer impact dan wanneer hun organisaties buiten de departementen zouden worden geplaatst.