Internetconsultatie geeft duidelijke mening over nieuwe Kaderwet

Eind maart is de internetconsultatie van de nieuwe Kaderwet op de rijksinspecties afgesloten. De reacties die daar werden gegeven ondersteunen de kritische houding van de Inspectieraad ten opzichte van het wetsvoorstel: het moet anders. Twee IG’s lieten hierover van zich horen in een interview in NRC. Tevens hebben de Inspectieraad en de afzonderlijke inspecties een uitvoeringstoets uitgevoerd op het wetsvoorstel.

Tijdens de internetconsultatie voor de Kaderwet op de rijksinspecties kon iedere burger een inhoudelijke reactie geven op de tekst van het wetsvoorstel, dat moet zorgen voor een meer onafhankelijke positie van de rijksinspecties. Ook meerdere inspecties zelf hebben een reactie op de internetconsultatie achtergelaten, net zoals de Inspectieraad al eerder een gezamenlijke reactie gaf. Gedurende de twee maanden die de internetconsultatie duurde kwamen er zo’n 45 reacties binnen. 34 daarvan zijn erg kritisch. Deze reacties spitsen zich met name toe op de passages over de procedures rond het werkprogramma en de financiën van de rijksinspecties.

Door de inhoudelijke sturing op het werkprogramma blijft een inspectie een verlengstuk van een ministerie

Werkprogramma

De meeste kritiek vanuit de internetconsultatie heeft betrekking op het werkprogramma van inspecties. Zo vindt de Onderzoeksraad voor de Veiligheid dat rijksinspecties de ruimte en het vertrouwen moeten krijgen om op basis van hun professionaliteit eigenstandig goed onderbouwde keuzes te maken in hun werkprogramma. Door de inhoudelijke sturing op het werkprogramma blijft een inspectie een verlengstuk van een ministerie en het ministerieel beleid, volgens de Provincie Groningen. Terwijl de minister ook zonder het wetsvoorstel voldoende mogelijkheden heeft om medewerking af te dwingen van een onderdeel van het eigen ministerie, aldus Pieter van Vollenhoven van HCSS. Meerdere wetenschappers vinden het wetsvoorstel een achteruitgang omdat de waarborgen tegen politieke beïnvloeding aan banden worden gelegd. Onafhankelijk toezicht is een pijler van onze democratie, essentieel voor de bescherming van publieke belangen. Deze onderzoekers wijzen naar de (pogingen tot) ernstige politieke inmenging in andere landen in het onafhankelijk toezicht.

Begroting

De meeste reacties vragen om een eigen begrotingsartikel voor toezichthouders. De financiering van een inspectie zou op een apart begrotingsartikel van een ministerie moeten staan. Dat maakt de toekenning van financiële middelen en de controle door het parlement inzichtelijk en transparant. Daarmee wordt duidelijk hoeveel we voor toezicht door inspecties over hebben en welke consequenties bijvoorbeeld bezuinigingen kunnen hebben. Wanneer de financiering van een inspectie ondergebracht en verweven is met meerdere posten in de begroting van een departement, dan vallen verschuivingen niet op. Zo kan ongemerkt oneigenlijke beïnvloeding via de financiering plaatsvinden. 

Verantwoording (kunnen) afleggen

Verschillende reacties gaan in op het belang van verantwoording afleggen door inspecties. Hierover zijn verschillende bepalingen opgenomen in het wetsvoorstel. Zo moeten rijksinspecties zicht jaarlijks verantwoorden over hun kwaliteitsbeleid en minimaal eens in de vijf jaar geëvalueerd worden. De Waddenvereniging vindt in het verlengde daarvan dat toezichthouders rechtstreeks het kabinet moeten kunnen informeren. En dat een rijksinspectie zelfstandig een Woo-verzoek kan afhandelen. Verder valt op dat in meerdere reacties op de internetconsultatie de suggestie wordt gedaan om een stap verder te gaan en van rijksinspecties een zbo (zelfstandig bestuursorgaan) te maken. 

NRC

Enkele weken geleden bogen de inspecteurs-generaal Theodor Kockelkoren (SodM) en Bart Snels (IBTD) zich in NRC over het wetsvoorstel. Wat ook al in meerdere reacties op de internetconsultatie wordt genoemd: de lessen die waren getrokken uit de toeslagenaffaire en de Groningse gaswinning over het belang van onafhankelijke toezichthouders lijken volgens de twee IG’s te verdwijnen uit het bewustzijn. Ministers kunnen met dit voorstel blijven sturen op de het inhoudelijke werk van de inspecties en zo onwelgevallige onderzoeken beïnvloeden. Inspecties willen binnen de ministeries samen blijven werken aan de grote maatschappelijke opgaven, maar dan wel met voldoende onafhankelijkheid om hun rol goed te kunnen spelen, betogen ze.

Uitvoeringstoets

Het Ministerie van BZK, dat het wetsvoorstel voorbereidt, heeft de Inspectieraad en de afzonderlijke inspecties gevraagd om een uitvoeringstoets: analyseer of het wetsvoorstel in de praktijk uitvoerbaar is. Ook uit deze uitvoeringstoetsen blijkt dat voor een goede taakuitoefening de waarborgen voor onafhankelijkheid in het wetsvoorstel onvoldoende zijn. Tegelijkertijd wordt uitvoerbaarheid in enge zin - onder een aantal financiële en organisatorische randvoorwaarden – wel mogelijk geacht.